Het ebolavirus veroorzaakt een hemorragische koorts met dikwijls een dodelijke afloop. Dit draadvormige virus (of filovirus) is een klassiek voorbeeld van een aan de mens slecht aangepaste infectieziekte die accidenteel overgedragen wordt van dier tot mens, ook wel zoönose genoemd. Er zijn aanwijzingen dat vruchtenetende vleermuizen (o.a. vliegende honden) de natuurlijke gastheer zijn. Het virus ontsnapt grotendeels aan het afweersysteem van de mens, en kan zich daarom ongeremd vermenigvuldigen en toenemende orgaanschade aanrichten.

Besmetting

Besmetting gebeurt via direct contact met bloed of lichaamsvochten van een reeds door ebola ziek geworden persoon, of door indirect contact met gebruiksvoorwerpen die besmet zijn met bloed of lichaamsvochten van een ziek persoon. Er is geen besmettingsgevaar via de lucht of insectenbeten.

Symptomen

Een ebola-virusinfectie heeft een of meerdere van de volgende symptomen:

  • Hoge koorts (meer dan 38°C)
  • Hoofdpijn
  • Keelpijn
  • Misselijkheid
  • Braken
  • Diarree
  • Bloedingen (in een later stadium)

Verloop

De afloop van de ziekte is veelal dodelijk (50-90%). Er is geen EMA- of FDA-goedgekeurd geneesmiddel of vaccin beschikbaar, maar de Wereldgezondheidsorganisatie verklaarde dat het gebruik van experimentele middelen kan overwogen worden mits respect voor bepaalde ethische criteria.

Incubatieperiode

De incubatieperiode duurt van minimaal 2 tot maximaal 21 dagen (maar meestal tussen 3 en 7 dagen). Er is geen risico op besmetting van contactpersonen vooraleer deze ziekteverschijnselen vertonen (“incubatieperiode”). Tijdens de eerste dagen van het begin van de symptomen is het besmettingsrisico bovendien laag. Merk op dat de eerste symptomen (koorts, diarree,…) weinig specifiek zijn alvorens verwikkelingen (o.a. bloedingen) optreden.

Hoe besmettelijk is ebola?

Dr. Jan Clerinx van het ITG beantwoordt vragen over ebola in Knack magazine.

Ebola is een zeer gevaarlijke, maar niet heel besmettelijke ziekte. De kans op overlijden bedraagt meer dan 50%. Besmetting gebeurt enkel via direct contact met bloed of lichaamsvochten (speeksel, zweet, stoelgang, braaksel, sperma, urine, vaginale secreties en menstruatiebloed), of door indirect contact met gebruiksvoorwerpen die besmet zijn met bloed of lichaamsvochten van een ziek persoon. Daarom lopen onvoorbereide gezondheidswerkers, familieleden en andere mensen die in nauw contact zijn gekomen zijn met besmette of net overleden patiënten risico om ook besmet te raken. Er is geen besmettingsgevaar via de lucht of via insectenbeten.

Er is geen risico op besmettingsgevaar wanneer besmette personen nog niet ziek zijn. Besmettingsgevaar wordt pas belangrijk enkele dagen na het begin van de ziekteverschijnselen, wanneer het aantal virussen in de lichaamsvochten groot is.

Bestaat het risico dat ebola zich ook in België verspreidt?

Hoewel het niet uitgesloten is dat een besmet (maar nog niet ziek) persoon ook in België belandt, is het hoogst onwaarschijnlijk dat de ziekte zich hier naar anderen verspreidt. Daarvoor is de ziekte niet besmettelijk genoeg en zijn de controlemogelijkheden in Europa voldoende uitgebouwd. In België zijn artsen en ziekenhuizen extra alert op mogelijke symptomen en kan er snel een diagnose gesteld worden.

De beperkte verspreiding van ebola in Nigeria en Senegal is nu uitgedoofd, en illustreert dat ook de omliggende landen en epidemie met gepaste maatregelen kunnen voorkomen.

Wie loopt risico op besmetting?

Gezien de aard van de besmetting bestaat de risicogroep enkel uit mensen die:

  • De laatste drie weken in een van de getroffen landen zijn geweest, en die contact hadden met zieken besmet met het ebolavirus.
  • Als gezondheidswerker in contact zijn gekomen met patiënten besmet met het ebolavirus.
  • Familielid zijn van besmette of overleden patiënten en voor de verzorging van deze personen hebben ingestaan.